UNICEF sprak met jongeren tussen 10 en 18 jaar, verspreid over 71 groepen in dertien verschillende landen, om beter zicht te krijgen op hun mentale gezondheid, de problemen die zij ervaren en hoe ze daar mee omgaan.
De gesprekken zijn een vervolg op het UNICEF-onderzoek naar mentaal welzijn van jongeren uit 2021, The State of the World’s Children: On My Mind. Uit dat grootschalige onderzoek bleek dat wereldwijd een op de zeven jongeren psychische problemen heeft. Een van de aanbevelingen uit het onderzoek is om te luisteren naar wat jongeren zelf over hun mentaal welzijn te vertellen hebben en hun opmerkingen ernstig te nemen.
De omgeving van jongeren is van grote invloed op hun geestelijke gezondheid, blijkt uit de gesprekken. Zo ervaren jongeren over de hele wereld veel prestatiedruk op school en hebben ze in hun omgeving te maken met een gebrek aan steun, maar soms ook met misbruik en verwaarlozing of financiële onzekerheid. Al die omgevingsfactoren zorgen voor veel stress.
Ook wijzen jongeren op de uitdagingen van de digitale wereld die er aan de ene kant voor zorgt dat zij gemakkelijk contact kunnen leggen met anderen, maar die ook risico’s met zich meebrengt.
Geweld is in veel landen voor jongeren aan de orde van de dag is, wat grote gevolgen heeft voor hun geestelijke gezondheid. Pesten is een wereldwijd probleem, zowel fysiek als digitaal. Maar ook diepgewortelde opvattingen over gender zitten jongeren dwars: van jongens wordt verwacht dat ze stoer zijn en nooit hun gevoelens uiten, meisjes worden geacht te voldoen aan onredelijke normen en schoonheidsidealen.
Jongeren zeggen dat ze meer ondersteuning en bevestiging van hun omgeving zouden willen. Nu houden ze hun psychische problemen veelal voor zichzelf, omdat ze bang zijn dat ze door vrienden en familie niet worden begrepen. Vooroordelen over psychische problemen houdt jongeren tegen om professionele hulp te zoeken.
Deze gesprekken met jongeren wereldwijd laten opnieuw zien dat het belangrijk is om te luisteren naar wat jongeren zelf over hun mentaal welzijn te vertellen hebben. Het zou net zo gewoon moeten zijn om met jongeren over verdriet, somberheid of eenzaamheid te praten als over fysieke pijn. Ouders, leerkrachten, opvoeders, iedereen rond kinderen en jongeren heeft hierin een rol te vervullen.
UNICEF vindt dat ouders en scholen zich meer moeten verdiepen in de emotionele behoeften van jongeren en daar echt rekening mee moeten houden. Zo kan een positieve schoolomgeving een belangrijke rol spelen bij de bevordering van mentaal welzijn. Als de problemen zo groot zijn dat intensieve ondersteuning nodig is, moeten jongeren toegang hebben tot betaalbare geestelijke gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning.
Ook wil UNICEF dat er extra aandacht voor gendergerelateerd geweld komt en steun aan vrouwen en meisjes. Verder pleit UNICEF voor meer aandacht voor het mentaal welzijn van kinderen en jongeren die in hun leven te maken krijgen met armoede, rampen, conflicten, discriminatie, migratie en pandemieën en daar de psychische gevolgen van moeten dragen.
Om het mentaal welzijn van jongeren beter te begrijpen voerde UNICEF in totaal 71 groepsdiscussies in dertien landen: België (Frans en Nederlands), Chili, de Democratische Republiek Congo, China, Egypte, Indonesië, Jamaica, Jordanië, Kenia, Malawi, Zweden, Zwitserland en de Verenigde Staten. Deze landen werden geselecteerd om geografische, economische en culturele diversiteit te garanderen. De gesprekken zijn een aanvulling op het UNICEF-onderzoek The State of the World's Children 2021: On My Mind van oktober 2021.