Na tien jaar oorlog in Syrië zijn bijna 12.000 kinderen gedood of verwond, bijna 800 scholen werden aangevallen, terwijl slechts de helft van de gezondheidsvoorzieningen functioneert.
Alleen al in het afgelopen jaar is het aantal kinderen in psychische nood verdubbeld, een indicatie van de levenslange gevolgen die de oorlog blijft hebben op de geestelijke gezondheid en het welzijn van Syrische kinderen. De voortdurende blootstelling aan geweld, schokken en trauma’s heeft een aanzienlijke impact gehad op de geestelijke gezondheid van kinderen, met gevolgen op zowel korte als lange termijn
UNICEF stelt vast dat bijna 2,45 miljoen kinderen in Syrië en nog eens 750.000 Syrische kinderen in de buurlanden niet naar school gaan. 60% van hen zijn jongens. Een op de drie scholen in Syrië kan niet worden gebruikt omdat ze beschadigd of vernield zijn, onderdak bieden aan ontheemde families of voor militaire doeleinden worden gebruikt.
De situatie van veel kinderen en gezinnen blijft precair: bijna 90 procent van de kinderen heeft humanitaire hulp nodig, een stijging met 20 procent in het afgelopen jaar.
Deze grimmige cijfers werden bekendgemaakt door UNICEF voorafgaand aan de 10e verjaardag van het Syrische conflict dat half maart 2011 begon. De oorlog heeft aan bijna een half miljoen mensen het leven gekost, meer dan een miljoen mensen verwond en de helft van de bevolking van het land is ontheemd. Meer dan vijf miljoen van hen zijn vluchtelingen.
De COVID-19 pandemie heeft de situatie van Syrische kinderen verder verergerd. Het aantal mensen in nood is alleen al in het afgelopen jaar met 20 procent gestegen, 65 procent van de gezinnen zegt niet in hun basisbehoeften te kunnen voorzien en bijna 80 procent van de mensen in Syrië leeft in armoede.
De oorlog heeft een domino-effect op de buurlanden van Syrië, waar 2,5 miljoen kinderen uit Syrië als vluchteling zijn geregistreerd. Jordanië, Libanon, Turkije, Irak en Egypte herbergen meer dan 80 procent van het totale aantal Syrische vluchtelingen over de hele wereld.
De strijdkrachten van de Syrische president Bashar al-Assad hebben met de hulp van hun bondgenoten Rusland en Iran een groot deel van het land onder controle gekregen. Opstandelingen hebben nog steeds de controle over een regio in het noordwesten van Syrië waar meer dan drie miljoen mensen wonen, van wie velen ontheemd zijn.
Volgens UNICEF is de situatie in het noordwesten "alarmerend. De kinderen hebben er een lange winter doorgemaakt, waarbij veel mensen in tenten en onafgewerkte gebouwen woonden en te kampen hadden met slechte weersomstandigheden, waaronder stortregens en sneeuw.
Meer dan 75% "van de ernstige schendingen die in 2020 werden geregistreerd, vonden plaats in het noordwesten", aldus UNICEF.
De aanpak van de crisis in Syrië in de afgelopen tien jaar is een van de grootste humanitaire operaties in de geschiedenis van UNICEF. Vorig jaar alleen al bereikte UNICEF met zijn partners meer dan 3,7 miljoen kinderen met onderwijs, 900.000 kinderen kregen routine -vaccinatie en 400.000 kinderen kregen psychosociale steun in Syrië en de buurlanden.
De humanitaire organisaties hebben dringend behoefte aan steun en financiering om hulp te kunnen bieden aan Syrische kinderen. UNICEF roept op tot 1,4 miljard dollar voor zijn respons in Syrië en de buurlanden voor 2021.