Mitieli Digitaki doet een dutje in het Nausori Maternity Hospital in Fiji. Hij werd op 1 januari 2020 geboren, 10 minuten na middernacht, en is een van de eerste baby’s van 2020.

Zijn mama, Laisani Raisili, is moe maar gelukkig.

"Ik wil dat mijn baby gezond opgroeit en een gelukkig leven heeft", zegt ze terwijl ze liefdevol naar haar zoontje kijkt. 

Nieuw leven is hoop. Omdat een pasgeboren kind uiterst kwetsbaar is, werkt UNICEF samen met het Ministerie van Gezondheid van Fiji om de neonatale zorg te verbeteren. Dit gaat van het promoten van kangoeroezorg of huid-op-huidcontact om onderkoeling te voorkomen tot het aanmoedigen van borstvoeding. Want ieder kind verdient de best mogelijke start in het leven. 

Op de een of andere manier vinden kinderen bijna altijd een manier om te spelen en te lachen, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn. Deze kinderen zijn uitgelaten omdat ze net nieuwe, warme winterkleren kregen, tijdens de zoveelste strenge winter in een vluchtelingenkamp in Raqqa in het noorden van Syrië.  

Al negen jaar lijden Syrische families onder de oorlog. Ze leven in tentenkampen en hebben niets om zich te beschermen tegen de koude en de snijdende wind. UNICEF verdeelt winterkits met warme winterkleding die in Syrië zelf wordt geproduceerd. Elk pakket bevat een thermische outfit, een winterjas, een wollen muts, een sjaal, handschoenen en stevige winterschoenen.

In 2020 zetten we ook ons werk in Syrië voort op vlak van gezondheidszorg, voeding, onderwijs en bescherming . Daarmee bereikten we miljoenen kinderen. Toch lopen we achter op onze doelstellingen door een gebrek aan financiering en de nieuwe logistieke uitdagingen die COVID-19 met zich meebrengt. 
 

UNICEF zet zich al jaren in om kinderen in Zuid-Soedan te bevrijden uit gewapende groeperingen. Vooral jongens lopen het risico ingelijfd te worden. Duizenden Zuid-Soedanese jongens zijn zo al gerekruteerd om mee te vechten of om andere taken uit te voeren tijdens de aanslepende burgeroorlog in het land. 

Het was dan ook een welkome ontwikkeling toen de regering van Zuid-Soedan in februari 2020 een actieplan ondertekende om een einde te maken aan ernstige schendingen van de kinderrechten, waaronder het inzetten van kinderen in het conflict.

Sinds 2015 werden 3962 kinderen vrijgelaten met de hulp van UNICEF. Maar hun vrijlating is maar de eerste stap van een lange weg om hen weer een normale kindertijd te bezorgen. UNICEF helpt hen tijdens een reïntegratieprogramma van drie jaar om terug te keren naar hun familie en gemeenschap, terug naar school te gaan en hun kindertijd terug te vinden.
 

In maart krijgt COVID-19 wereldwijd voet aan de grond en verandert ons leven totaal van de ene dag op de andere. Scholen sluiten hun deuren, gezondheidssystemen raken overbelast en vele gezinnen moeten thuis blijven terwijl het virus zich razendsnel verspreidt. Hoewel kinderen buitengewoon veerkrachtig zijn en zich aanpassen aan het nieuwe normaal, pleit UNICEF er van bij het begin voor hen centraal te stellen in het COVID-19-beleid.

Terwijl we ook de andere noodsituaties blijven opvolgen, breidt UNICEF Suppy Division, de logistieke afdeling van UNICEF in Kopenhagen, haar activiteiten uit en werkt 7 dagen op 7. Alleen al in de maand maart werden in totaal 12 miljoen US$ aan hulpmiddelen naar 72 landen verstuurd. 

UNICEF-teams bouwen water- en hygiënefaciliteiten, helpen leermethodes op afstand op te zetten, zorgen ervoor dat vaccinatieprogramma’s blijven draaien en zetten zich in om de verspreiding van COVID-19 te vertragen en de impact ervan op kinderen wereldwijd tot een minimum te beperken.  

Wereldwijd krijgen 1,7 miljoen zorgverleners beschermende kleding, zoals pakken en mondkapjes. Dankzij deze materialen kan de gezondheidszorg in landen zo goed mogelijk doorgaan.

Ook in Rwanda sluiten de scholen hun deuren om de verspreiding van COVID-19 te stoppen. 3 miljoen leerlingen gaan niet meer naar school. Omdat elke verloren schooldag een nadelige invloed kan hebben op de toekomst van een kind, zet het land met de steun van UNICEF heel snel een van de meest toegankelijke media in het land in: de radio.  

UNICEF verzamelt van over de hele wereld meer dan 100 radioscripts, om kinderen te leren lezen, schrijven en rekenen. Deze worden vervolgens aangepast aan het schoolprogramma in Rwanda. Samen met de Rwanda Broadcasting Agency worden de lessen geproduceerd en in het hele land uitgezonden. 

Wereldwijd sluiten scholen hun deuren door de COVID-19-pandemie. Meer dan een miljard kinderen lopen daardaar het risico achterop te raken. UNICEF ontwikkelt alternatieven om ervoor te zorgen dat kinderen thuis blijven leren, ook als ze thuis geen toegang hebben tot het internet, via educatieve radio- en televisieprogramma’s.

Ruim 225 miljoen kinderen kunnen verder blijven leren terwijl scholen wereldwijd hun deuren sluiten vanwege de coronacrisis. UNICEF zorgt voor onderwijs op afstand.

UNICEF versterkt meteen zijn programma’s in heel Jemen. We voorzien gemeenschappen van drinkbaar water en verdelen basishygiënekits - met zeep, handdoeken, emmers en jerrycans.

Ook leiden we gezondheidswerkers op om gezinnen te sensibiliseren over COVID-19. Onze teams gaan vervolgens van deur tot deur om gezinnen te informeren over maatregelen die ze kunnen nemen om zich te beschermen tegen COVID-19. 

In 2020 krijgen wereldwijd 63,5 miljoen mensen toegang tot schoon water en zeep, zodat ze hun handen kunnen wassen. 2,8 miljard mensen worden gesensibiliseerd over het coronavirus.

In 2015 verbinden landen over de hele wereld zich ertoe via de Safe Schools Declaration om leerlingen, leerkrachten, scholen en universiteiten beter te beschermen tijdens gewapende conflicten, om concrete maatregelen te nemen om het militaire gebruik van scholen te stoppen en de toegang tot onderwijs in oorlogstijd te behouden. 

In 2020 ondertekenen nog eens vijf landen het verdrag, waarmee het totale aantal handtekeningen op 106 komt. 

UNICEF werkt samen met partners in landen die de Verklaring hebben ondertekend om scholen te beschermen tegen aanvallen. We ontwikkelen veiligheidsplannen voor scholen, geven psychosociale steun aan kinderen die getroffen zijn door conflicten, zetten informele leermogelijkheden op voor leerlingen van wie de scholen getroffen zijn door gevechten of die gesloten zijn om veiligheidsredenen, we bouwen scholen opnieuw op, leiden leerkrachten op en voorzien lesmateriaal.

De ebola-uitbraak in de Evenaarsprovincie was de elfde in de Democratische Republiek Congo sinds 1976. 

Meteen wordt alles op alles gezet om het virus af te remmen. Net als bij eerdere uitbraken werkt UNICEF nauw samen met de overheid en lokale partners om gezondheidscentra te ondersteunen, water- en sanitaire voorzieningen in de behandelingscentra te verbeteren, gezinnen te sensibiliseren rond preventiemaatregelen en de toegang tot hygiëne te verbeteren. 

Daarnaast verlenen we psychosociale steun aan mensen die besmet raken maar ook aan hun omgeving. UNICEF staat klaar om de kinderen op te vangen wiens ouders door ebola zijn getroffen en daardoor van hen gescheiden werden. 

Dankzij al deze inspanningen kan in juli 2020, 5 maanden nadat de eerste mensen besmet raakten met het virus, het einde van de uitbraak worden gevierd. 

Door de explosies in Beiroet raakt een groot deel van de openbare infrastructuur en duizenden huizen zwaar beschadigd of vernield. Al snel wordt duidelijk dat meer dan 300.000 mensen dakloos zijn, waaronder 100.000 kinderen.

UNICEF is vanaf de eerste dag ter plaatse, om noodhulp te verlenen en te helpen bij het herstel. 

UNICEF brengt de beschadigde watersystemen in de stad in kaart en voorziet drinkwater voor slachtoffers en hulpverleners. We richten ons op de heropbouw van scholen en zorginstellingen, zorgen ervoor dat de kinderrechten gewaarborgd blijven en geven ondersteuning in cash voor de meest kwetsbare families. 

De noodsituatie zorgt voor een hartverwarmende golf van solidariteit. Dankzij het sterke jeugdnetwerk van UNICEF worden 1.800 jongeren gemobiliseerd om te helpen. Ze zetten zich in om puin te ruimen. Jongeren krijgen ook opleidingen en materiaal om herstellingen uit te voeren en warme maaltijden te bereiden en uit te delen. Ook maken jongeren met een naaiopleiding 23.154 mondmaskers voor getroffen gezinnen en noodhulpwerkers.

Amina Jaffal, een van de jeugdwerkers, getuigt: “We zijn heel blij dat we hier aan het werk zijn omdat we zo onze gemeenschap ondersteunen. Bovendien leer ik heel veel bij en zal deze ervaring mij later helpen om een job te vinden.” 

Ook in België is de solidariteit groot. Velen van jullie doen spontaan een gift of beantwoorden onze onze oproep om de slachtoffers van de ramp in Beiroet te steunen. Hartelijk dank daarvoor! Dankzij jullie vrijgevigheid kunnen kinderen in Libanon verder bouwen aan hun toekomst.  

Eind augustus wordt het hele Afrikaanse continent poliovrij verklaard, een ongelooflijke mijlpaal die de kracht toont van vaccinatie, en ook hoop geeft dat dodelijke ziekten kunnen gecontroleerd en uitgeroeid worden.  

Toch blijft het uiterst belangrijk dat deze levensreddende vaccinatiecampagnes worden verdergezet - zelfs tijdens een pandemie zoals COVID-19 - om kinderen te blijven beschermen tegen polio en te voorkomen dat het virus terugkeert naar gebieden die poliovrij zijn verklaard.

Polio is een zeer besmettelijke, verlammende en soms dodelijke ziekte die vooral kinderen onder de 5 jaar treft. Jaarlijks staat UNICEF in voor de aanschaf en verdeling van meer dan een miljard doses van het poliovaccin.  

De wereldwijde inspanningen om polio uit te roeien hebben geleid tot een vermindering van poliogevallen met meer dan 99 procent sinds 1988. Wel blijft het wilde poliovirus circuleren in delen van Pakistan en Afghanistan, de laatste twee polio-endemische landen ter wereld.

De expertise en infrastructuur die zijn ontwikkeld om polio uit te roeien, blijken nu bovendien van cruciaal belang om landen te wapenen in de strijd tegen andere ziekten - zoals COVID-19.

Ook in het door de oorlog verwoeste dorp Teir-Ma'aleh ten noorden van Homs, Syrië, zijn de scholen gesloten door COVID-19. Ook de door UNICEF ondersteunde kindvriendelijke ruimte in het dorp waar ze vroeger speelden en leerden, moet sluiten.

Salam, 25 jaar, maakt deel uit van het jonge vrijwilligersteam die de kinderen opvrolijkt met educatieve activiteiten. 

“De kinderen hier hebben al zoveel meegemaakt. Het laatste wat ze nodig hadden was dit. Ze kunnen niet meer naar school en zien hun klasgenoten niet meer”, vertelt hij.  

Het vrijwilligersteam schrijft verhalen, componeert liedjes en creëert leuke activiteiten rond kinderrechten, COVID-19-preventie en risico-educatie. Ze nemen deze op via hun telefoon en gaan van deur tot deur om ze te delen met kinderen door de opnames via Bluetooth naar de telefoons van de ouders te sturen. Daarbij delen ze ondersteunend lesmateriaal uit. Een paar dagen later bezoeken ze de kinderen opnieuw om het materiaal te bespreken en hen van nieuwe verhalen en activiteiten te voorzien.

"Het doet me deugd om te zien hoe gelukkig kinderen en ouders zijn met wat we doen. We zijn erin geslaagd om de druk op hen wat te verlichten. Op deze manier proberen we de psychosociale steun en kinderbeschermingsactiviteiten die ze anders in het in het centrum zouden krijgen tot bij hen thuis te brengen," vervolgt Salam.

Ook in 2020 blijft UNICEF aan de zijde van de kinderen in Afghanistan, een land geteisterd door jaren van bloedvergieten, droogte en nu ook COVID-19.  
Vele gezinnen durven niet meer naar de gezondheidscentra komen omdat ze zich zorgen maken om besmet te raken met het coronavirus. Daarom zet UNICEF mobiele teams in. 

Gezondheidswerkers gaan van deur tot deur in sommige van de meest kwetsbare gemeenschappen om honderdduizenden kinderen eerstelijnsgezondheidszorg te geven en de vaccinatiecampagne tegen polio verder te zetten. Daarbij zorgen we ervoor dat de teams voorzien zijn van handgels, maskers en handschoenen, zodat de kinderen op een veilige manier kunnen gevaccineerd worden.  

Afghanistan is, naast Pakistan, nog een van de laatste landen waar polio voorkomt. Dit betekent dat meer dan 10 miljoen kinderen onder de vijf risico lopen. UNICEF zet zich in om ervoor te zorgen dat ze een volwaardig en gezond leven kunnen leiden, een basisrecht voor ieder kind. 
 

In november 2020 wordt UNICEF aangesteld om de wereldwijde distributie van COVID19 vaccins te leiden. UNICEF krijgt deze opdracht als grootste afnemer en verdeler van vaccins ter wereld. 

Om te garanderen dat ook kwetsbare landen toegang krijgen tot voldoende vaccins, wordt COVAX in het leven geroepen (voluit Covid-19 Vaccine Global Access Facility). Bij deze organisatie hebben zich 186 landen aangesloten, waaronder de Europese Unie. Binnen COVAX is een fonds opgericht waaraan overheden en donateurs kunnen bijdragen zodat UNICEF de vaccins kan inkopen voor kwetsbare landen. 

UNICEF heeft een jarenlange ervaring in het afleveren van vaccins, zowel voor reguliere vaccinatiecampagnes als bij acute uitbraken van ziekten in bijna 100 landen. We beschikken dan ook over de nodige logistieke processen om de grootste gezondheidscampagne ooit tot een goed einde te brengen.

We streven ernaar om tegen einde van 2021 2 miljard doses aan te kopen en te verdelen.

Als Adut aankomt in het door UNICEF ondersteunde voedingscentrum, is ze ernstig ondervoed. Ze weigert te eten, heeft koorts en diarree en kan amper stappen of staan. Na een behandeling van 8 weken is ze weer de gezonde, vrolijke baby die je op de foto ziet. 

Adut raakte herhaaldelijk besmet met malaria, waardoor ze hoge koorts kreeg en haar eetlust verminderde. Het beetje dat ze at werd weggespoeld door diarree. Het voedsel dat de ouders zich konden veroorloven was te beperkt.

Ernstige acute ondervoeding is een zeer zware aandoening die tot de dood kan leiden. Het verzwakt het lichaam zodanig dat zelfs eenvoudige ziekten een gevaar vormen. Het goede nieuws is dat het gemakkelijk te behandelen is. Met kant-en-klare therapeutische voeding (RUTF) komen kinderen er weer bovenop in zes tot acht weken. 

Dankzij de levensreddende steun van onze donateurs kan UNICEF samen met zijn partners 170.000 kinderen behandelen tegen ernstige acute ondervoeding in 2020. Meer dan 90 procent van de kinderen die behandeld worden, herstellen helemaal.

Omdat families bovenop het conflict ook getroffen zijn door COVID-19 versterken we onze voedingsprogramma’s om nog meer kinderen te bereiken in 2021.
In 2020 behandelt UNICEF bijna 4 miljoen kinderen tegen ernstige, acute ondervoeding.