Betaalbare kinderopvang van goede kwaliteit is in veel van de rijkste landen ter wereld niet toegankelijk, zo stelt UNICEF in een nieuw rapport dat vandaag werd gepubliceerd. Van de landen met een hoog inkomen scoren Luxemburg, IJsland, Zweden, Noorwegen en Duitsland het hoogst wat kinderopvangvoorzieningen betreft. Slowakije, de Verenigde Staten, Cyprus, Zwitserland en Australië scoren het laagst.
“Waar staan rijke landen op het gebied van kinderopvang?” – een rapport gepubliceerd door UNICEF’s onderzoeksbureau Innocenti in Firenze, rangschikt landen in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Europese Unie (EU) op basis van hun nationaal beleid inzake kinderopvang en ouderschapsverlof. Dit beleid omvat de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van kinderopvang voor kinderen tussen geboorte en schoolleeftijd.
"Om kinderen de beste start in het leven te geven, moeten we ouders helpen de zorgende en liefdevolle omgeving op te bouwen die zo cruciaal is voor het leren, het emotionele welzijn en de sociale ontwikkeling van kinderen," aldus Henrietta Fore, algemeen directeur van UNICEF. "Overheidsinvesteringen in gezinsvriendelijk beleid, waaronder kinderopvang, zorgen ervoor dat ouders de nodige tijd, middelen en diensten hebben die ze nodig hebben om hun kinderen te ondersteunen in elke fase van hun ontwikkeling."
Van de 41 landen op de ranglijst staat België op de 18de plaats.
In het rapport worden de rijke landen vergeleken aan de hand van vier indicatoren. België scoort goed op de toegankelijkheidsindicator (8ste plaats). Wat ouderschapsverlof, kwaliteit van de opvang en betaalbaarheid van kinderopvang betreft, scoort België aanzienlijk slechter (respectievelijk 26ste, 21ste en 23ste in de ranking). Ondanks enkele recente positieve ontwikkelingen, zoals de verlenging van het vaderschapsverlof en de hervormingen in de vroege kinderopvang, moeten meer middelen beschikbaar worden gesteld om zowel de opleiding van het personeel als het aantal mensen dat in de sector van de vroege kinderopvang werkt, uit te breiden, zowel in de crèches als in het voorschoolse onderwijs.
De landen die het best scoren in het onderzoek beschikken zowel over betaalbare als kwaliteitsvolle kinderopvang. Tegelijkertijd bieden zij zowel moeders als vaders lang en goed betaald verlof, zodat ouders kunnen kiezen hoe zij voor hun kinderen willen zorgen.
Betaald prenataal, moeder- en vaderschapsverlof stelt ouders in staat een band met hun baby op te bouwen, ondersteunt een gezonde ontwikkeling van kinderen, verlaagt depressies bij moeders en vergroot de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. In het rapport wordt echter opgemerkt dat minder dan de helft van de landen ten minste 32 weken volledig betaald verlof voor moeders aanbiedt. Wanneer vaderschapsverlof wordt aangeboden - altijd aanzienlijk korter - nemen weinig vaders het op vanwege professionele en culturele belemmeringen, hoewel deze trend aan het veranderen is.
Goed georganiseerd verlof helpt ouders tijdens de eerste levensmomenten van een kind, maar zodra deze steun eindigt en ouders klaar zijn om weer aan het werk te gaan, kan kinderopvang ouders helpen een evenwicht te vinden tussen de zorg voor hun kinderen, betaald werk en de zorg voor hun eigen welzijn. Het einde van het betaald verlof valt echter zelden samen met het begin van het recht op betaalbare kinderopvang, waardoor gezinnen moeite hebben om deze leemte op te vullen.
Het gebrek aan betaalbare kinderopvang is ook een belangrijke belemmering voor ouders, waardoor de sociaaleconomische ongelijkheden binnen landen nog groter worden. In huishoudens met hoge inkomens gaat bijna de helft van de kinderen onder de drie jaar naar voor- en vroegschoolse educatie en opvang, vergeleken met minder dan 1 op de 3 in huishoudens met lage inkomens. In Ierland, Nieuw-Zeeland en Zwitserland zou een echtpaar met een gemiddeld inkomen tussen een derde en de helft van een salaris moeten uitgeven om voor twee kinderen kinderopvang te betalen. Terwijl de meeste rijke landen kinderopvang voor kwetsbare gezinnen zwaar subsidiëren, zouden alleenstaande ouders met een laag inkomen in Slowakije, Cyprus en de Verenigde Staten nog steeds tot de helft van hun salaris moeten opofferen.
Het rapport merkt op dat de sluitingen van kinderopvangfaciliteiten door COVID-19 gezinnen met jonge kinderen nog meer in moeilijkheden hebben gebracht. Veel ouders hebben moeite om de zorg voor hun kinderen te combineren met hun verantwoordelijkheden op de arbeidsmarkt, terwijl anderen hun baan zelfs zijn kwijtgeraakt.
UNICEF pleit voor ten minste zes maanden betaald ouderschapsverlof en universele toegang tot betaalbare en kwaliteitsvolle kinderopvang, en dit vanaf de geboorte tot in het eerste leerjaar. UNICEF werkt samen met regeringen, maatschappelijke organisaties, academici en de privésector - die een belangrijke rol speelt bij het beïnvloeden van beleid - om te pleiten voor meer investeringen in gezinnen.
Het rapport doet enkele aanbevelingen over hoe regeringen en de privésector hun beleid inzake kinderopvang en ouderschapsverlof kunnen uitbouwen, onder meer door:
- Een mix van betaald zwangerschaps-, vaderschaps- en ouderschapsverlof voor moeders en vaders in de prenatale periode en het eerste volledige levensjaar van een kind;
- Ouderschapsverlof dat gendergevoelig en gendergelijk is, zodat geen van beide ouders overbelast wordt met de zorg thuis;
- Verlof dat beschikbaar is voor voltijds personeel en personeel in niet-standaard arbeidsvormen, zoals deeltijds werk, en steun die de kosten gelinkt aan de geboorte en het ouderschap omvat, ook voor ouders in andere levensomstandigheden, zoals personen zonder verzekering;
- Betaalbare kinderopvang die ingaat aan het einde van het ouderschapsverlof, zodat er geen onderbreking valt in de beschikbare steun;
- Toegankelijke, flexibele en betaalbare kinderopvang van goede kwaliteit voor alle kinderen, ongeacht de gezinssituatie;
- Door de overheid aangeboden en gereguleerde kinderopvang om de toegang voor gezinnen met een laag inkomen te vergemakkelijken en de kwaliteit van het aanbod te waarborgen;
- Investeringen in de werknemers tewerkgesteld in de kinderopvang, hun kwalificaties en hun arbeidsomstandigheden, om aan de hoogst mogelijke normen te voldoen;
- Aanmoediging van werkgevers om te zorgen voor inclusieve en gendergevoelige regelingen voor betaald verlof, flexibele werkregelingen en kinderopvangondersteuning; en
- Afstemming van kinderopvangvoorzieningen op andere beleidsmaatregelen voor gezinszorg, zoals universele kinderbijslag, om het risico te verkleinen dat bestaande ongelijkheden tussen kinderen ook worden doorgetrokken in de kinderopvang.
"Ouders de nodige steun geven om kinderen een stevige basis te geven is niet alleen goed sociaal beleid, maar ook goed economisch beleid", aldus Fore.