De oorlog in Syrië is een van de grootste humanitaire horrorverhalen van de 21ste eeuw.
Kinderen hebben gezien hoe hun scholen en huizen werden gebombardeerd, hoe hun steden en dorpen werden getroffen door chemische aanvallen en hoe hun families werden gedwongen om hun hele hebben en houden in te pakken en te vluchten.
4 op de 5 kinderen heeft humanitaire hulp nodig in het land. Ze hebben geen toegang meer tot gezondheidszorg, onderwijs, zuiver water en voldoende voedsel. Velen van hen hebben niets anders gekend dan oorlog.
Geen enkel kind zou een oorlog als deze mogen meemaken – en toch zijn er miljoenen kinderen voor wie het een kille realiteit is, al elf jaar lang. Ze zijn niet alleen hun kindertijd kwijt, maar ook de toekomst waar ze recht op hebben.
Deze foto’s tonen wat de oorlog betekent voor kinderen die opgroeien in Syrië. Want beelden zeggen soms meer dan woorden.
Januari 2012, Syrië: een jongen krijgt eerste hulp nadat hij in de voet is geschoten door een scherpschutter.
In januari en februari 2012 bevonden kinderen in Syrië zich temidden van een groeiend conflict tussen rebellen en regeringstroepen. Half maart waren al meer dan 500 kinderen omgekomen door het geweld.
April 2012, Syrië: Vrouwen lopen met hun kinderen door een omgeploegd veld in een poging om de grens over te steken om het geweld te ontvluchten en veiligheid te vinden in buurland Turkije.
In juli 2012 hadden naar schatting 1,5 miljoen mensen in Syrië humanitaire hulp nodig. Vandaag in 2022 zijn dat er meer dan 13.4 miljoen, waarvan 6.1 miljoen kinderen.
November 2013, Irak: Deze Syrische meisjes zijn hun huiswerk aan het maken op een tapijt voor hun tent in het Kawergosk-kamp in Erbil, hoofdstad van de regio Koerdistan. Ze volgen lessen in een school die met de steun van UNICEF werd opgezet in een tent.
December 2013, Libanon: Een Syrisch kind loopt met sandalen voor een volwassene door de sneeuw in een informeel vluchtelingenkamp in de Bekaa vallei in Libanon.
Maart 2014, Turkije: "Een vliegtuig liet een bom op onze school vallen en ik raakte gewond. Ik kreeg granaatscherven in mijn gezicht en in mijn rug," zegt Safi, toen negen jaar oud."Sommige van mijn vrienden zijn bang voor me vanwege het litteken op mijn gezicht. Ze willen niet met mij spelen."
Maart 2014, Jordanië: Mohammed, toen 12, snijdt traditionele gebak aan in de bakkerij waar hij werkt.
“Vroeger ging ik naar school in Syrië. Ik kon schrijven, maar ik ben het verleerd. Hier werk ik van 11 uur ’s morgens tot 23 uur ’s avonds. Mijn moeder is ziek, en mijn vader ook. Ik heb vijf zussen, en ik ben de enige zoon. Als ik terug thuiskom, is er niemand om mee te praten. Iedereen is dan al gaan slapen. Maar ik heb geen keuze, ik moet werken. Als ik niet zou werken, wie zou ons dan helpen?”
Mei 2014, Jordanië: Qamar, toen 12 jaar oud. Ze is gevlucht uit Syrië toen het conflict begon en ze trouwde. Ze woont nu in Ramtha, Jordanië.
“We hebben geluk,” zegt Qamar, “Het is hier veiliger dan in Syrië, maar ik voel me gevangen in dit huis. Er is niet genoeg plaats voor ons allemaal. Qamar kan niet lezen of schrijven en is niet naar school gegaan sinds haar familie haar thuisland ontvluchtte. Sinds het begin van de Syrische crisis is het aantal kindhuwelijken angstwekkend gestegen.
Januari 2014, Syrië – Kinderen staan in de ingang van hun tent in het Bab Al Salame kamp in Syrië, vlakbij de grens met Turkije. Een modderig pad scheidt hun tent van die van hun buren, van wie de was buiten te drogen hangt. In deze omstandigheden is het onmogelijk kleding proper en droog te houden. De hygiënische omstandigheden in het kamp zijn ronduit erbarmelijk en het risico op ziektes in de vochtige tenten is heel hoog.
April 2015, Irak – Janda doet een neonatale gezondheidscheck-up bij een pasgeboren baby die in het vluchtelingenkamp Darashakran verblijft, in de regio Koerdistan in Irak. Janda, toen 24 jaar, ontvluchtte het conflict in Hassaka, Syrië en woont nu ook in het kamp. Met de steun van UNICEF werkt ze als vrijwillige verpleegster om de baby’s in het kamp gezond te helpen houden.
September 2015, Griekenland – Kinan Kadouni, toen 26 jaar, en de jongen die hij op zijn arm draagt zijn allebei vluchtelingen uit Syrië. Kinan vluchtte in 2010 uit Syrië. Hij werkt als vrijwilliger op Lesbos, om nieuw aangekomen vluchtelingen uit zijn thuisland op te vangen. De opluchting straalt van hun gezicht.
In 2015 stierven naar schatting 3000 vluchtelingen en migranten op de Middellandse zee. Het beeld van het lichaam van de peuter Alan Kurdi die aanspoelde op een Turks strand liet de wereld even de adem inhouden.
Oktober 2015, Syrië: De teddybeer van een kind is achtergebleven in het puin van een verwoest gebouw in Oost-Ghouta, in de regio Damascus.
November 2016, Syrië: Een verwoest klaslokaal in de regio rond Damascus. Door het geweld zijn scholen, ziekenhuizen, speelpleinen, parken en de huizen van gezinnen vernield, plaatsen waarvan kinderen dachten dat ze veilig zijn. In 2016 stierven er 69 kinderen bij aanvallen op 84 scholen.
November 2016, Syrië: Kinderen volgen de lessen in een geïmproviseerde school in Dar’a. Ondanks het aanhoudende geweld in het land doen kinderen en leerkrachten er alles aan om het onderwijs draaiend te houden. UNICEF levert schoolmateriaal aan 3,2 miljoen kinderen, zoals schrijfgerief, schooltassen en -boeken.
Zowat 1,7 miljoen kinderen gaan in november 2016 niet meer naar school in Syrië. Vandaag, in 2022, zijn dat er naar schatting 2.45 miljoen, of een derde van alle Syrische kinderen op schoolgaande leeftijd.
Maart 2017, Syrië: Saja verloor haar vier beste vrienden, Fatima, Zahr’a, Cedra en Wala’a, in een bombardement in Aleppo. Ze verloor ook haar been, maar nooit haar droom om turnster te worden. Saja droomt ervan op een dag deel te nemen aan de Special Olympics.
Mei 2017, Syrië – Een gezondheidswerker vaccineert Rahaf, dan 3 jaar oud, in Tareek Albab, een wijk in het noordoosten van Aleppo. Samen met WHO zet UNICEF een nationale vaccinatiecampagne op om 2 miljoen kinderen tussen de 7 maanden en 5 jaar te beschermen tegen ziekten.
Voor de crisis was de vaccinatiegraad met 80% in Syrië een van de beste van de regio. In 2015 was dit gezakt tot 40%. In sommige gebieden zijn routinevaccinaties volledig stilgevallen waardoor ziekten, zoals mazelen, opnieuw vrij spel hebben.
Juni 2017, Syrië – Horriya, dan 12 jaar oud, draagt een jerrycan water in Ain Issa kamp. Ze kwam er vier dagen tevoren aan met haar familie, nadat ze drie dagen onderweg waren vanuit Raqqa.
Het geweld heeft de infrastructuur in het land verwoest. Families in de kampen hebben amper toegang tot basisdiensten. UNICEF komt te hulp met trucks die dagelijks 975.000 liter zuiver water aanvoeren voor de 120.000 ontheemde mensen.
Maart 2018, Syrië – Een man draagt zijn meest waardevolle bezit in een reiskoffer. Samen met vele andere is hij op de vlucht voor het intense geweld in Oost-Ghouta.
UNICEF staat voor hen klaar en coördineert de noodhulp. Zo worden winterkleren uitgedeeld, mobiele gezondheidsteams voeren gezondheidscontroles uit en kinderen onder de vijf jaar worden gevaccineerd.
Oktober 2018, Syrië: Meisjes met UNICEF-boekentassen en schriften staan voor hun school in het Junainakamp in Idlib. Vrijwillige leerkrachten hebben er met de steun van UNICEF 6 tenten als klaslokalen ingericht. 350 kinderen tussen 7 en 14 jaar kunnen er de lessen volgen.
Januari 2019, Syrië: Een man draagt een kind door de woestijn. Oplaaiend geweld jaagt duizenden mensen op de vlucht om zichzelf in veiligheid te brengen in Al-Hol, een vluchtelingenkamp 300 km verder. Daarvoor zijn ze dagen onderweg in het ijzige winterweer, met amper voedsel of beschutting.
Oktober 2019, Syrië: Amani, 12 jaar, doet mee aan een spel in een opvangcentrum in Al-Hasakeh. Het maakt deel uit van een UNICEF-programma om ontheemde kinderen psychosociale steun te geven via activiteiten en sport om hun leed te verzachten en hen te helpen met de situatie om te gaan. Om hen bewust te maken van de risico’s van niet-ontplofte explosieven, geven door UNICEF ondersteunde vrijwilligers ook voorlichting over de risico’s van mijnen.
November 2019, Syrië: Het Al-Ikhlas hospitaal voor vrouwen en kinderen werd verwoest in een luchtaanval, samen met het Kafr Nabl hospitaal. Het waren de laatste twee ziekenhuizen in Idlib waar 185.000 mensen terecht konden voor gezondheidszorg.
Januari, 2020, Syrië: Kinderen in een vluchtelingenkamp in Raqqa hebben hun nieuwe schoenen en jassen aangetrokken uit de UNICEF-winterkit die ze net hebben gekregen.
Gezinnen in tentenkampen moeten zien te overleven tijdens de strenge winters. Ze zijn hun huizen ontvlucht met weinig meer dan de kleren die ze aan hebben en wonen in tenten midden in de woestijn, zonder bescherming tegen de koude en de snijdende wind.
Februari 2020, Syrië: Jana werd geboren met geelzucht doordat haar mama ondervoed is. Na een bezoek aan de door UNICEF ondersteunde kliniek in de wijk Hanano in Aleppo kreeg Jana therapeutische voedingssupplementen en werd voor haar een behandelplan opgezet.
In 2020 zijn bijna 20.000 kinderen onder de vijf jaar in Syrië ernstig ondervoed.
29 april 2020 – Ahmad, 7 jaar, en Saad, 5 jaar, helpen hun mama om de hygiënekit die ze net gekregen hebben naar hun tent te dragen, in het Fafinkamp.
Ook Syrië blijft niet gespaard van COVID-19. Gebrek aan zuiver water maken het onmogelijk om regelmatig je handen te wassen. Daarom deelt UNICEF hygiënekits uit aan ontheemde gezinnen die in tentenkampen wonen. Zo’n kit bevat zeep, wasmiddel, shampoo, afwasmiddel en vuilniszakken.
Ook breidt UNICEF de watertransporten uit om aan de toenemende behoeften te voldoen en vrijwilligers van UNICEF houden bewustmakingssessies in kampen over de preventieve maatregelen die kunnen genomen worden tegen COVID-19.
16 juni 2020 – Zuka, 3 maanden oud, krijgt haar vaccins in een tijdelijk gezondheidscentrum in Dayr Hafir, Aleppo. Het centrum werd opgezet door UNICEF terwijl het hospitaal, dat verwoest werd door de oorlog, wordt hersteld.
Ondanks alle belemmeringen die de COVID-19-pandemie veroorzaakt, organiseerde UNICEF samen met WHO en andere partners een 5-daagse vaccinatiecampagne in heel Syrië. Daarmee bereikten we meer dan 99.000 kinderen onder de vijf jaar die levensreddende vaccinaties hadden gemist als gevolg van het conflict en ontheemding.
Vooraf zette UNICEF ook een sensibiliseringscampagne op, om families te overtuigen van het belang van vaccinatie en de veiligheid van vaccins. Mobiele teams brachten huis-aan-huisbezoeken, we organiseerden informatieve sessies en zetten in op educatieve posters en billboards.
Februari 2021 - Mustafa, 9 jaar, maakt zijn huiswerk in een appartement in Zabadani, bij Damascus waar hij woont met zijn moeder en broer. Het appartement is zwaar gehavend door het conflict en heeft geen ramen of deuren meer. Over het raam van één kamer, waar ze het grootste deel van de dag verblijven, hebben ze een plastic zeil bevestigd.
"De temperaturen dalen tot onder nul in Zabadani, vooral 's nachts," vertelt zijn mama, Yasmine. "Hoewel de plastic afdekking ons niet kan beschermen tegen de kou, is het beter dan niets."
Ondanks de enorme verwoestingen, blijven veel ontheemde gezinnen die zich geen huur meer kunnen veroorloven, terugkeren naar hun zwaar beschadigde huizen in de stad. De meeste huizen hebben geen meubels, ramen of deuren meer. Muren en plafonds die nog overeind staan, zitten vol scheuren en gaten.
Basisbenodigdheden zoals winterkleren, geneesmiddelen, luiers en brandstof zijn luxeartikelen geworden door de loodzware economische crisis waardoor vooral gezinnen het hardst worden getroffen.
11 oktober 2021 - Mohammad, 3 jaar oud, krijgt een stip op zijn zijn vinger nadat hij het orale poliovaccin kreeg toegediend in een door UNICEF ondersteund gezondheidscentrum in Hama, in het westen van Syrië. "Ik hoorde over de vaccinatiecampagne via een boodschap die werd omgeroepen vanuit de moskee in de buurt van ons huis en ik zag ook een bericht op Facebook", vertelt zijn moeder.
Van 10 tot en met 14 oktober organiseerden UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), samen met het ministerie van Volksgezondheid, een vijfdaagse nationale vaccinatiecampagne tegen polio, waarbij kinderen tot vijf jaar het orale poliovaccin (OPV) kregen toegediend. Daarmee bereikten we 2.780.000 kinderen.
14 december 2021 - "We hebben nog nooit in een klas gezeten," vertelt Emad, 11 jaar, hier samen op de foto met zijn broer Ahmad, 8 jaar. Ze verkopen allebei brandstof in Deir Hafer, ten oosten van Aleppo. Zoals de meeste van hun 15 familieleden moeten ze werken om bij te dragen aan het inkomen van de familie. Door het conflict en doordat ze vaak moesten verhuizen door het geweld konden de ouders de geboorte van hun kinderen nog niet registreren en kunnen ze niet naar school.
UNICEF zette samen met zijn partners het 'Back to Learning'-programma op om kinderen in heel Syrië die niet naar school gaan aan te moedigen zich in te schrijven en ervoor te zorgen dat ze toch naar school kunnen gaan in afwachting dat hun documenten in orde komen. We bereikten de kinderen en hun ouders via promotie in de straat, mobiele infodesks op meerdere openbare locaties, huis-aan-huisbezoeken en sensibiliseringssessies voor ouders.
1 februari 2022 - Meer dan drie miljoen doses COVID-19-vaccins kwamen eind januari 2022 in Syrië aan via het COVAX-mechanisme. De vaccins zullen helpen om de COVID-19-vaccinatiedekking in het land te verhogen.
De vaccinatiegraad in Syrië behoort tot de laagste ter wereld. Tot nu toe zijn in Syrië iets meer dan 2,2 miljoen doses vaccin tegen COVID-19 toegediend. Op 24 januari 2022 was slechts 5,1 procent van de totale bevolking volledig gevaccineerd, de meesten met twee doses, en 10 procent heeft ten minste één dosis van het vaccin gekregen.