"Mijn leven is helemaal anders nu," vertelt Illia. "Als er geen oorlog was geweest, had ik ook geen problemen gehad met mijn gezichtsvermogen. Dan was ik gewoon blijven hockeyen en zou ik naar de universiteit in Donetsk gaan.” 

Illia herinnert zich dat hij in de keuken stond toen het huis van zijn familie door een granaat werd getroffen. 
"Een fractie van een seconde later kwam er een explosie. Ik herinner me alleen dat mijn oren suisden. Ik zag een felgele vuurstreep, toen rode en oranje flitsen en er vlogen scherven in het rond."

In de loop der jaren is zijn zicht verslechterd. De vele nachten die hij doorbracht in een donkere schuilkelder hebben het alleen maar erger gemaakt. 

“Het belangrijkste tijdens de oorlog is ervoor te zorgen dat je op tijd in veiligheid bent,” vertelt Illia. 

"Van zodra je een schot hoort, ren je snel naar de kelder om je te verstoppen. Daar wacht je op de explosie. Terwijl je naar de kelder rent, ren je letterlijk voor je leven. En daarna moet je zien te overleven in de kelder." 

Illia droomde er altijd van om naar een grote stad te verhuizen, maar de oorlog heeft zijn plannen gedwarsboomd. 
 

Het hockeyteam waarin hij speelde komt niet meer samen vanwege de vijandelijkheden. En de universiteit waar hij zich wou inschrijven, bevindt zich nu aan de andere kant van de checkpoints, in een gebied dat niet onder de controle van de regering staat. Door de stress is zijn gezichtsvermogen aangetast. 

Een behandeling in het ziekenhuis kon voorkomen dat Illia’s gezichtsvermogen nog verder achteruitgaat. Hij draagt nu een bril om zijn bijziendheid te corrigeren en hij hoopt ooit weer te kunnen sporten. Nu houdt hij zich bezig door thuis mee te helpen en af en toe verrast hij zijn familie met heerlijke desserts. 

"Het hardste tijdens een oorlog is de schrik dat je familie kan geraakt worden. We steunen elkaar door dik en dun en proberen elkaar gelukkig te maken. Vandaag heb ik bijvoorbeeld cupcakes gebakken voor mijn ouders. Ze zijn er dol op."

Afina is een tienjarig meisje uit Oost-Oekraïne. Door de stress die ze al acht jaar ervaart door het conflict heeft ze diabetes ontwikkeld. Tot zeven keer per dag moet ze haar bloedsuikerspiegel meten en ze heeft insuline nodig. 

Afina was amper twee jaar oud toen de granaten begonnen te vallen in Oost-Oekraïne.
Haar moeder, Daria, herinnert zich dat haar dochter in de buurt van hun huis aan het spelen was toen de eerste tank door hun straat reed.

"Ze rende zo hard als ze kon. Daardoor verloor ze zelfs haar schoenen," vertelt Daria droevig. "Vanaf toen is ze bang geworden en kreeg ze de gewoonte om zich achter mij te verstoppen. Ze huilde ook heel vaak."
 

Ondanks haar jonge leeftijd, herinnert Afina het zich nog goed:

"Ja, ik weet het nog," zegt ze, zachtjes. "Hoe ik wegrende van de tank en mijn slippers verloor. Ik rende op blote voeten verder."

Na jaren van stress door het voortdurende geweld en de beschietingen, werd bij Afina uiteindelijk diabetes vastgesteld.

"Ik begon opvallend veel water te drinken," zegt ze. "Alsof ik voortdurend uitgedroogd was."

Het conflict heeft ook gevolgen voor de financiële situatie van haar familie.

"We hadden geen inkomen meer," vertelt Daria. "Het loon van mijn man werd niet meer uitbetaald en zelfs onze koe stopte met melk geven door de stress. Ons leven staat op zijn kop."

De familie heeft het daardoor moeilijk om teststrips, naalden en insuline te kopen voor Afina.

"Afina droomt er al van kleinsaf van om met het vliegtuig op vakantie gaan," vertelt Daria. "Misschien zullen we dat ooit kunnen doen. Maar zolang de oorlog niet voorbij is, leven we van dag tot dag."

Illia en Afina zijn niet de enigen die de gevolgen draagt van het aanslepende conflict. Op dit moment heeft vrijwel ieder kind in de regio nood aan psychosociale steun als gevolg van de gevechten tussen regeringstroepen en voornamelijk pro-Russische separatisten.

Samen met onze partners geven we psychosociale ondersteuning aan kinderen die langs de meer dan 420 kilometer lange contactlijn wonen die de regerings- en niet-gouvernementeel gecontroleerde gebieden scheidt. Dit doen we door activiteiten te organiseren op gemeenschapsniveau en in scholen.

In 2021 bereikten we meer dan 70.000 kinderen, jongeren en verzorgers. Ook leidden we leerkrachten op om psychosociale hulp te bieden, zodat ze de kinderen beter kunnen opvangen op school en zelf beter met de angst en de stress van het conflict kunnen omgaan.