Nour woont met haar familie in een armoedige kamer van amper twee vierkante meter met rudimentaire voorzieningen in een sloppenwijk in de hoofdstad, Sana'a. Hoewel ze ernstig ondervoed was, werd ze door de slechte financiële situatie van haar familie niet meteen naar een gezondheidscentrum gebracht voor een behandeling. Ook realiseerden haar ouders zich de ernst van de situatie niet.
Nour's moeder, Souad, vertelt: "Toen Nour geboren werd, was ze erg zwak en had ze ondergewicht. Haar gezondheid ging er iedere dag op achteruit. We hebben veel te weinig te eten. Er zijn dagen dat we met moeite onze honger kunnen stillen. Het gebeurt maar zelden dat we 3 maaltijden per dag hebben. ’s Middags eten we wat brood of yoghurt en we wachten tot mijn man ’s avonds thuiskomt met wat eten.”
"Ik geef mijn baby borstvoeding, maar ze is nooit verzadigd omdat ik niet genoeg melk heb. Na de borstvoeding voel ik me uitgeput omdat ik zelf ook een gebrek aan voedsel heb. Dit heeft negatieve gevolgen op de gezondheid van mijn kind. Ik eet brood en wat groenten om de borstvoeding te bevorderen, maar dat is niet genoeg.”
Souad vertelt over hun tragische levensomstandigheden: “Mijn man heeft geen job. Iedere ochtend staat hij vroeg op en vertrekt hij om werk te zoeken. In tussentijd verzamelt hij lege plastic flessen op straat en verkoopt ze voor 500 YER (1.68 euro) om in onze basisbehoeften te voorzien.”
Souad gaat verder: "We woonden eerst in Al-Hodeidah, maar het is daar zo extreem warm dat mijn oudste dochter, Aisha, voortdurend ziek werd. Er is ook amper werk. Daarom besloten we naar Sana'a te verhuizen. Na lang zoeken vonden we een kleine kamer in deze sloppenwijk in Sana'a. We kunnen de huur van 8000 YER (26.90 euro) per maand nauwelijks betalen, maar we hebben geen andere plaats om naartoe te gaan als we eruit worden gegooid”.
De kamer waarin Nour’s familie woont is amper leefbaar met versleten matrassen en aftands meubilair. Het is er onhygiënisch en er is geen elektriciteit noch water. Water halen ze uit openbare tanks op straat. Toch is het er voor hen net een paleis als er genoeg te eten is voor hen en de kinderen. Dan vergeten ze al hun ellende
Maar Baby Nour bleef aan ondervoeding lijden en haar toestand ging er steeds verder op achteruit. Tot de familie bezoek kreeg van Ali Al-Raymi, een sociaal werker ondersteund door UNICEF. Hij vertelt:
"Toen ik het huis van Nour’s familie bezocht, stelde ik vast dat hun leefomstandigheden bijzonder moeilijk zijn, gezien ze in een erg kleine kamer wonen zonder enige voorzieningen. Ze hebben te kampen met armoede, honger en gezondheidsproblemen.”
Ali Al-Raymi’s werk maakt deel uit van het door UNICEF ondersteunde IMSEA-project (Integrated Model of Social and Economic Support and Empowerment Project). De bedoeling is om via sociale werkers die langsgaan bij families de drempel tot basisdiensten te verlagen, hen wegwijs te maken en hen sociaal en economisch te ondersteunen.
Het model is gericht op de meest kwetsbaren onder de kwetsbaren - mensen die in sloppenwijken wonen. Deze zijn hoofdzakelijk bewoond door Muhamasheen - een verstoten minderheidsgroep in Jemen, waar ook Nour’s familie toe behoort. Maar ook mensen die ontheemd zijn door het conflict, en die niet bij hun familie terecht kunnen, wonen nu in deze omstandigheden.
“Nour was erg verzwakt en ze had duidelijk ondergewicht. Toen ik haar onderzocht bleek dat haar arm een omtrek had van 11.1 cm en dat ze amper 5 kg woog. Ik heb de familie onmiddellijk doorverwezen naar een gezondheidscentrum, “ gaat Ali Al-Raymi verder.
Nour kreeg een behandeling tegen ondervoeding in het Maeen Medical Complex dat wordt ondersteund door UNICEF. Na de behandeling volgde Ali Al-Raymi Nour’s toestand verder op. Haar toestand verbeterde heel snel en ze is nu buiten levensgevaar.
De voedingsexperte van het Maeen Medical Complex vertelt: "Toen Nour in het centrum aankwam leed ze aan ernstige ondervoeding. Ze kreeg voedingssupplementen en werd via wekelijkse bezoeken opgevolgd tot haar toestand begon te verbeteren. Na vier maanden behandeling en opvolging is ze uit de gevarenzone."
Toen Baby Nour haar eerste wankele stapjes begon te zetten en te spelen, was haar moeder dolgelukkig.
Souad: "Ik ben blij dat mijn kind weer gezond is en begint te bewegen en te spelen. Vroeger voelde ze zich altijd moe en futloos. Het is een onbeschrijflijk gevoel als je je kind er bovenop ziet komen."
Souad vervolgt: "Ik ben UNICEF enorm dankbaar dat ze kinderen van ondervoeding redden met behandelingen en voedingssupplementen, zoals mijn liefste Nour, die weer zo gezond als een vis is.”
In het centrum sensibiliseren voedingsexperts de ouders over de gezondheid van hun kinderen en geven ze tips om te vermijden dat de kinderen hervallen. Eens de kinderen er bovenop zijn, geven ze extra voeding mee tot ze een gezond gewicht bereiken en blijven ze in contact met de families.
In de voorbije jaren breidde UNICEF de programma’s om ernstige acute ondervoeding bij kinderen te behandelen in bestaande gezondheidsvoorzieningen verder uit. Dit bestaat uit de opleiding van de teams en de levering van essentiële benodigdheden zoals gebruiksklaar therapeutisch voedsel (PlumpyNut) en geneesmiddelen.
Deze behandelingsfaciliteiten spelen ook een belangrijke rol in de preventieve gezondheidszorg voor kinderen. Kinderen krijgen er ook basisvaccins, vitamine A-supplementen en ontwormingstabletten. Moeders krijgen er advies over de voedingsgewoonten van zuigelingen en jonge kinderen.
In Jemen zijn 2 miljoen kinderen ernstig ondervoed, waarvan er 400.000 aan levensbedreigende ernstige, acute ondervoeding lijden. Met een behandeling komt 92% van de ondervoede kinderen er bovenop.
UNICEF-teams werken de klok rond om zoveel mogelijk kinderen te bereiken, maar ze hebben dringend jouw hulp nodig.