“Moest ik nog ergens op hopen, dan had ik het al lang gezegd. Alle hoop is vervlogen”, zegt Baha’a, terwijl hij zijn tranen verbijt. Hij is amper 13 jaar en op weg naar de pit in de garage van zijn oom om een auto te herstellen.
Door de economische crisis verkeert Libanon nu al drie jaar in een diep dal. De COVID-19- pandemie en de verwoestende explosie in de haven van Beiroet hebben de situatie nog verergerd. De impact op het leven van de kinderen wordt steeds groter.
Libanese, Syrische en Palestijnse gezinnen in het hele land zijn in de armoede terecht gekomen. De impact op de gezondheid, het welzijn en het onderwijs van de kinderen is dramatisch en familiebanden komen onder druk te staan.
Toen Baha'a zich realiseerde dat het salaris van zijn ouders niet langer voldoende was om in het levensonderhoud van het hele gezin te voorzien, besloot hij bij zijn oom te gaan werken om voor zichzelf te kunnen zorgen.
Op dit moment is er in één op de vijf Libanese gezinnen een kind aan het werk om meer inkomsten voor het gezin te genereren.
Door de economische crisis en de armoede waarmee ze worden geconfronteerd, hebben kinderen hun hoop in de toekomst verloren en staat hun geestelijke gezondheid ernstig onder druk.
Uit UNICEF-onderzoek blijkt dat vele gezinnen in Libanon in multidimensionele armoede leven door de hoge werkloosheidsgraad. Ze verdienen onvoldoende en ze kunnen niet meer in de basisbehoeften van hun kinderen voorzien.
Zowat alle gezinnen hebben hun leven dramatisch zien veranderen. Ook gezinnen die vroeger tot de middenklasse behoorden, hebben het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen door de voortdurende inflatie, de stijgende prijzen van basisgoederen en de hoge werkloosheidscijfers.
Baha'a heeft het gevoel dat hij de lasten van zijn ouders draagt. Hij heeft de indruk dat hij niet bij hen terecht kan om te praten over wat hem op het hart ligt. In plaats daarvan neemt hij zijn kat in vertrouwen, die hij zijn enige vriend noemt.
Als ik moe thuiskom van mijn werk, vertel ik haar alles wat me dwarszit. Ook al kan ze niet antwoorden, toch doet het mij deugd dat ze naar me luistert.
Toch begrijpt zijn moeder, Khetem maar al te goed hoe haar zoon Baha'a zich voelt. Het doet haar immens verdriet dat hij op zo’n jonge leeftijd al zoveel zorgen heeft.
Door de economische crisis staan familiebanden onder druk, omdat ouders niet langer kunnen instaan voor wat hun kinderen nodig hebben, laat staan verlangen.
Kinderen hebben steeds minder respect voor hun ouders en moeders en vaders in heel Libanon voelen zich schuldig.
"Als je Baha'a bij zijn oom ziet werken, lijkt het alsof hij al een man is ... uiteindelijk hebben we hem niets meer te zeggen ... hij zegt het nu al: "Ik kan doen wat ik wil," legt Khetem uit.
Haar echtgenoot Mohamed voegt eraan toe dat hij zich extreem vermoeid voelt en dat hij tekort schiet als vader.
"We zijn met handen en voeten gebonden ... Als we niet uit de armoede geraken, wat gaat er dan van mijn zoon worden? Dat is waar ik als vader aan denk," zucht Mohamed.
Ouders voelen zich enorm gefrustreerd omdat ze keuzes moeten maken in wat ze hun kinderen geven.
Uit onderzoek van UNICEF blijkt ook dat 36% van de ouders minder tolerant is ten opzichte van hun kinderen, doordat de familiestructuur afbrokkelt.
In heel Libanon is het geweld sinds het begin van de economische crisis toegenomen, doordat mensen in het hele land worstelen met de vraag hoe ze moeten overleven.
Dit heeft op zijn beurt ook negatieve gevolgen voor kinderen, aangezien het geweld zich vaak op straat afspeelt, tussen gemeenschappen en soms omslaat in gewapende conflicten, waardoor kinderen, vooral jonge meisjes, niet meer buiten kunnen spelen.
Al zeven decennia werkt UNICEF in Libanon om het leven van kinderen en hun gezinnen beter te maken, ongeacht hun nationaliteit of status. Om hen te steunen in deze moeilijke tijden, breidde UNICEF zijn programma's uit en verleent levensreddende steun aan kinderen en jongeren van alle nationaliteiten. We beschermen hun rechten en helpen hen hun volle potentieel te verwezenlijken.
UNICEF voerde de programma’s op vlak van voeding, mentale gezondheid en bescherming voor de meest kwetsbare kinderen op.
Na de explosies in Beiroet kwamen we snel in actie. We deelden voedsel en hygiënevoorraden uit, verleenden psychosociale ondersteuning, gaven ondersteuning in cash en herstelden mee gezondheidszorgfaciliteiten, scholen en watervoorzieninginfrastructuur. We coördineerden ook een programma waarbij jongeren zich mobilseerden om puin te ruimen, huizen te herstellen en en maaltijden te verdelen aan de meest kwetsbare gezinnen.
Inclusief economisch herstel door financiële hervormingen en door het creëren van werkgelegenheid is van cruciaal belang om de kinderarmoede in Libanon aan te pakken, zodat kinderen als Baha’s terug hoopvol naar de toekomst kunnen kijken.