De impact van sommige humanitaire crises op het leven van de kinderen is zo dramatisch, dat ze iedere dag in het nieuws zouden moeten komen. Maar vaak deemstert de aandacht voor een ramp na een tijdje weg. Andere noodtoestanden halen nooit de krantenkoppen.
Maar wat er ook gebeurt, UNICEF staat altijd aan de zijde van de kinderen. Onze teams zijn vastberaden om ieder kind te bereiken en zetten alles op alles om hen hoe dan ook toegang te geven tot water, sanitaire voorzieningen, voeding, onderwijs, gezondheidszorg en bescherming.
Of het nu om een dodelijke orkaan, een gewapend conflict, voedselschaarste of de uitbraak van een epidemie gaat - onze UNICEF-teams zijn vaak als eerste ter plaatse met levensreddende hulp. We zorgen voor onderdak, dekens, drinkbaar water, medicijnen en medische zorg. We verlenen psychologische eerste hulp en richten kindveilige zones in waar de kinderen in een veilige omgeving kunnen spelen.
IN BEELD: 9 vergeten noodsituaties >>
Ook nadat de eerste noden zijn gelenigd en journalisten en camera’s terug naar huis zijn, blijven onze teams aanwezig om de kinderen te ondersteunen zodat ze in hun toekomst kunnen blijven geloven. Bij de heropbouw houden we rekening met toekomstige rampen en versterken we de weerbaarheid van kinderen op lange termijn. We noemen dat 'build-back-better'.
Ieder jaar staan we kinderen bij in honderden noodsituaties. We zetten alles op alles om hun rechten te beschermen, hun veerkracht te vergroten, hen een kindertijd te geven waarin ze veilig en gezond kunnen opgroeien en zich volledig kunnen ontplooien.
Als media-aandacht uitblijft, loopt vaak ook de financiering achter die nodig is om levensreddende humanitaire hulp te kunnen bieden. UNICEF is immers volledig afhankelijk van vrijwillige bijdragen van overheden, bedrijven en individuele schenkers om alle programma’s, inclusief noodhulp, te financieren.
Meer kinderen dan ooit tevoren sinds de Tweede Wereldoorlog hebben nood aan humanitaire hulp
Zuid-Soedan maakt de ergste humanitaire crisis door sinds het land onafhankelijk werd in 2011. Oorzaak zijn aanslepende conflicten tussen verschillende bevolkingsgroepen, aanhoudende overstromingen, uitbraken van ziekten en voedselonzekerheid. Daarbovenop komt nu de instroom van mensen die op de vlucht zijn voor het geweld in Soedan.
In 2022 werd het land getroffen door de ergste overstromingen in 60 jaar. Grote delen van het land staan nu nog steeds onder water, terwijl het regenseizoen nog moet beginnen. De overstromingen in Zuid-Soedan zijn een jaarlijks fenomeen, maar de laatste vier jaar zijn anders dan anders, een erg duidelijk en sinister gevolg van de klimaatverandering. Het regenseizoen begint steeds eerder en duurt langer. Ook regent het harder dan ooit.
Gewassen zijn vernietigd, weides voor het vee zijn onder water gelopen en gezinnen zijn hun huizen ontvlucht. De graad van ondervoeding breekt een triest record. Gezondheidscentra en scholen staan onder water, waardoor er amper medische zorg is en kinderen niet verder kunnen leren. Dit kan gevolgen hebben op lang termijn voor hun toekomst en voor de toekomst van het hele land.
Landen in de Sahel-regio komen steeds meer in de greep van gewapende conflicten en zware klimaatschokken. De escalerende humanitaire crisis in de centrale Sahellanden Burkina Faso, Mali en Niger breidt zich bovendien uit naar de buurlanden Benin, Ivoorkust, Ghana en Togo.
Kinderen raken steeds vaker verwikkeld in gewelddadige gevechten. Steeds meer families slaan op de vlucht in een poging om zichzelf in veiligheid te brengen. Vaak komen ze terecht op afgelegen plaatsen waar veilig water schaars is. De Sahel-regio is immers een van de gebieden die het zwaarst worden getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering en heeft te kampen met droogte en overstromingen.
De onveiligheid maakt de chronische problemen waaronder kinderen in de regio lijden nog groter: kindhuwelijken, migratie, seksuele uitbuiting. Al deze traumatische ervaringen laten diepe littekens.
In de Sahellanden Burkina Faso, Mali en Niger zijn ongeveer 13,6 miljoen mensen afhankelijk van hulp. Ondervoeding vormt een groot gevaar voor kinderen: alleen al in Niger dreigen meer dan 433.000 kinderen van honger te sterven als ze geen hulp krijgen.
De landenkantoren van UNICEF daarentegen blijven ernstig ondergefinancierd met een financieringstekort van 81%.
Al 12 jaar lang leven miljoenen kinderen in Syrië in angst voor het geweld in een van de meest complexe noodsituaties ter wereld. Het einde van het conflict is nog steeds niet in zicht.
Tweederde van de bevolking heeft hulp nodig door de economische crisis. Het geweld en de vijandelijkheden blijven aanhouden en hebben een een enorme vluchtelingencrisis veroorzaakt. Naar schatting 6,9 miljoen kinderen – waarvan er velen ontheemd zijn – hebben humanitaire hulp nodig.
Negen op de tien gezinnen leven in armoede. Meer dan de helft leeft in voedselonzekerheid door de torenhoge prijzen van voedsel en andere essentiële goederen. Miljoenen kinderen lopen een verhoogd risico op ondervoeding. Slechts de helft van de gezondheidscentra en twee op de drie scholen zijn nog functioneel.
Daar kwamen in februari nog de aardbevingen bovenop in het noordoosten en noordwesten van Syrië waarbij naar schatting 6.000 doden en meer dan 12.000 gewonden vielen. Gezinnen wonen er in overvolle informele kampen met onvoldoende toegang tot veilig water waardoor het risico op door water overgebrachte ziekten zoals cholera groter wordt.
Ondanks de recente heropleving van de economie, is Venezuela nog steeds een moeilijke plaats om kind te zijn, door de chronische inflatie, politieke spanningen, het oplaaiend geweld en natuurrampen door de klimaatverandering.
De COVID-pandemie was een extra opdoffer. Scholen waren deels gesloten, waardoor vele kinderen niet naar school konden en ook geen schoolmaaltijden kregen. Voor vele meisjes en jongens is de schoolmaaltijd de enige voedzame maaltijd die ze krijgen op een dag.
Zowat 7 miljoen mensen zijn het land ondertussen ontvlucht om te ontsnappen aan het geweld of om economische redenen- hoewel sommigen beginnen terug te keren naar het land nu de economie verbetert. Ziekten zoals mazelen en polio die zo goed als uitgeroeid waren, komen terug door een te lage vaccinatiegraad.
In Jemen hebben meer dan 23,4 miljoen mensen, waaronder 12,9 miljoen kinderen (bijna 75% van de bevolking van het land) noodhulp nodig door wijdverspreide voedselonzekerheid en ondervoeding - het gevolg van acht jaar conflict en de bijna volledige economische ineenstorting van het land.
Zowat 2,2 miljoen kinderen jonger dan 5 jaar zijn acuut ondervoed. Meer dan 500.000 kinderen lijden aan ernstige acute ondervoeding. Kinderen en vrouwen lopen een groot risico lopen om gedood of verwond, uitgebuit of misbruikt te worden. Het risico op kinderarbeid en rekrutering van kinderen in gewapende groepen is groot.
Meer dan 8,8 miljoen kinderen hebben bescherming nodig en 8,5 miljoen kinderen hebben ondersteuning nodig om terug naar school te gaan. Meer dan 4.3 miljoen mensen zijn ontheemd sinds het begin van het conflict in 2015. Onvoldoende toegang tot veilig water en sanitaire voorzieningen vergroten het risico op de uitbraak van ziekten zoals cholera.
Vijf opeenvolgende mislukte regenseizoenen hebben extreme droogte veroorzaakt in de Hoorn van Afrika. Het vee is uitgeroeid, oogsten zijn vernietigd, bestaansmiddelen zijn in rook opgegaan en conflicten tussen gemeenschappen zijn aangewakkerd.
Het gaat om een van de ergste klimaatrampen van de afgelopen 40 jaar, terwijl de financiering historisch laag is. 37 miljoen mensen, waarvan 20 miljoen kinderen, in Ethiopië, Kenia, Somalië, Eritrea en Djibouti hebben dringend hulp nodig.
1,5 miljoen kinderen in door droogte getroffen gebieden lopen het risico op ernstige acute ondervoeding, wat levensbedreigend is als het niet wordt behandeld.
UNICEF zoekt dringend financiële steun om de humanitaire acties in de regio op te voeren en kinderlevens te redden.
Door gewapend geweld in Haïti is ernstige acute ondervoeding bij kinderen met 30% toegenomen. In sommige delen van Port-au-Prince is één op de vijf kinderen ondervoed Het conflict belemmert niet alleen de toegang tot voeding, maar ook tot gezondheidszorg en zuiver water. Een uitbraak van cholera maakt de crisis nog groter.
Ondervoede kinderen zijn kwetsbaarder om ernstige symptomen van cholera te ontwikkelen en lopen meer risico te overlijden. Acute waterige diarree en braken kan hen binnen enkele uren uitdrogen en verzwakken. Tijdige behandeling is dan ook cruciaal om hen de kans te geven te overleven.
Tegelijk betekent het behandelen van de gevallen van cholera een enorme druk voor het al overbelaste gezondheidssysteem.
Het geweld en de sociale onrust in Haïti brengen ook het onderwijs voor 2,4 miljoen kinderen in gevaar. Scholen in Port-au-Prince worden aangevallen door bendes of geplunderd waardoor veel scholen gesloten blijven voor de leerlingen.
Ondanks de enorme natuurlijke rijkdommen is de Democratische Republiek Congo (DRC) een van de armste landen ter wereld. Extreme armoede, economische crisis, conflictsituaties, voedselonzekerheid, het uitbreken van epidemieën, enz. veroorzaken een van de meest complexe en acute crises ter wereld.
De Democratische RepubliekCongo heeft met ongeveer 90 miljoen inwoners de op twee na grootste bevolking van Afrika. Bijna 54% van hen zijn kinderen. Ongeveer 15,4 miljoen kinderen zijn het slachtoffer van het steeds oplaaiende geweld en ziekten die telkens opnieuw uitbreken.
Hoewel het land aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt om kindersterfte terug te dringen en de toegang tot onderwijs voor kinderen te verbeteren, wordt de meeste kinderen nog steeds hun rechten ontzegd.
In maart van vorig jaar kondigden de Taliban aan dat de poorten van de middelbare school gesloten blijven voor meisjes in Afghanistan. De hoop en dromen van miljoenen meisjes werd de kop ingedrukt.
Al meer dan drie jaar wordt hen het recht om te leren ontzegd - eerst door COVID-19 en vervolgens door het verbod om naar de middelbare school te gaan. Dit draagt eveneens bij aan de toename van het aantal kindhuwelijken, waardoor meisjes een groter risico lopen op uitbuiting en misbruik.
Het is een ontwikkeling die ook de aanhoudende humanitaire crisis verergert. Doordat vrouwen niet mogen werken, kunnen miljoenen vrouwen geen salaris verdienen waarmee zij en hun gezin voedsel, brandstof, vervoer en gezondheidszorg kunnen betalen.
Op dit moment kan naar schatting 65% van de bevolking, ofwel 28,3 miljoen mensen (waaronder 15,3 miljoen kinderen), niet in haar basisbehoeften voorzien.