Volgens de laatste schattingen van de WHO en UNICEF, gepubliceerd op 15 juli, is de wereldwijde vaccinatiegraad in 2023 gestagneerd. Hierdoor hebben 2,7 miljoen extra kinderen geen of te weinig vaccinaties gekregen. Deze resultaten onderstrepen de noodzaak van voortdurende inspanningen om de achterstand in te halen, eerdere niveaus te herstellen en bestaande systemen te versterken.
Het percentage kinderen dat drie doses van het vaccin tegen difterie-, tetanus- en kinkhoestvaccin (DTP) heeft gekregen, bleef in 2023 steken op 84%. Dit komt neer op 108 miljoen kinderen. Aan de andere kant is het aantal kinderen dat geen enkele dosis heeft gekregen toegenomen, van 13,9 miljoen in 2022 tot 14,5 miljoen in 2023. Meer dan de helft van deze niet-gevaccineerde kinderen woont in een van de 31 landen die kampen met een conflict of een andere kwetsbare omgeving. Zo’n omgeving maakt extra kwetsbaar voor de uitbraak van ziektes omdat de toegang tot voeding en gezondheidszorg fragiel is.
Aantal gevallen van mazelen neemt toe
Nieuwe gegevens tonen onder andere aan dat de vaccinatiegraad tegen mazelen is gestagneerd, wat heeft geleid tot bijna 35 miljoen kinderen die geen of slechts gedeeltelijke bescherming hebben gekregen. In 2023 ontving slechts 83% van de kinderen wereldwijd hun eerste dosis van het mazelenvaccin. Dit percentage blijft onder de vereiste 95% dekking om uitbraken te voorkomen, onnodige ziektes en sterfgevallen te vermijden, en de doelstellingen voor de uitroeiing van mazelen te halen. De afgelopen vijf jaar vonden er mazelenuitbraken plaats in 103 landen. Een lage vaccinatiegraad (80% of minder) was een belangrijke factor bij deze uitbraken. De cijfers laten zien dat 91 landen waar de dekking tegen mazelen goed was, géén uitbraken kenden.
Een toename in HPV-vaccinatie bij meisjes
De gegevens laten ook enkele positieve ontwikkelingen zien. De voortdurende introductie van nieuwe vaccins, met name tegen het humaan papillomavirus (HPV), meningitis, pneumokokkeninfectie, polio en rotavirus, breidt de reikwijdte van de bescherming verder uit. Zo is het percentage jonge vrouwen wereldwijd dat ten minste één dosis van het HPV-vaccin heeft ontvangen – wat bescherming biedt tegen baarmoederhalskanker – gestegen van 20% in 2022 naar 27% in 2023. Deze stijging is voornamelijk te danken aan de introductie van het vaccin in door Gavi ondersteunde landen zoals Bangladesh, Indonesië en Nigeria.
Ondanks deze vooruitgang blijft de HPV-vaccinatiegraad ver onder het streefdoel van 90% om baarmoederhalskanker uit te roeien: slechts 56% van de jonge meisjes in hoge-inkomenslanden en 23% in lage- en middeninkomenslanden is momenteel beschermd.
Hoewel er in sommige regio's vooruitgang is geboekt, wijzen de laatste schattingen op de noodzaak om de inspanningen te versnellen om de doelstellingen van 2030 van het vaccinatieprogramma te behalen, d.w.z. een vaccinatiegraad van 90% en minder dan 6,5 miljoen kinderen zonder dosis wereldwijd tegen 2030.
De Partnerschapsraad van de agenda van 2030 voor vaccinatie moedigt landen aan om meer te investeren in innovatie en de samenwerking te intensiveren. Hij beveelt ook aan dat partners verder steun verlenen aan nationaal leiderschap om routinevaccinatie te verbeteren als onderdeel van geïntegreerde programma's voor eerstelijnsgezondheidszorg, gesteund door sterke politieke steun, leiderschap van de gemeenschap en duurzame financiering.