1. Dialoog en pleidooi

Om kindhuwelijken te stoppen, kan je maar echt het verschil maken door in dialoog te treden met kinderen, ouders en de autoriteiten. We proberen ouders ervan te overtuigen dat ze hun dochters een veel grotere dienst bewijzen door haar naar school te laten gaan en onderwijs te volgen voordat ze een echtgenote en een moeder worden.

Tegelijkertijd werken we op overheidsniveau om regeringen ervan te overtuigen de leeftijd om te kunnen huwen op te trekken tot 18 jaar.

Omdat UNICEF op alle niveaus werkt – van grassroots organisaties op het terrein tot besluitvormers op het hoogste niveau – staan we in een unieke positie om deze dialoog aan te gaan.

In 2016 lanceerden we samen met UNFPA (United Nations Population Fund) een programma om kindhuwelijken te stoppen in 12 van de landen waar kindhuwelijken het meest voorkomen, namelijk: Bangladesh, Burkina Faso, Ethiopië, Ghana, India, Mozambique, Nepal, Niger, Sierra Leone, Oeganda, Jemen en Zambia.

2. Sensibilisering en bescherming

UNICEF zet bewustmakingscampagnes op om de normen en tradities die kindhuwelijken in stand houden te proberen veranderen. Bij het programma worden jongens en meisjes, ouders, leerkrachten en religieuze leiders betrokken. Sensibilisering gebeurt via straattheater, door dorpscomités en via radio, televisie en sociale media.

We zetten ons in om meisjes te informeren over hun rechten die zijn vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag en om hen duidelijk te maken dat ze het recht hebben om niet te trouwen zolang ze nog kind zijn. Meisjes die hun rechten kennen, kunnen ze ook makkelijker opeisen. In sommige programma’s krijgen meisjes lessen storytelling en digitale vaardigheden aangeleerd, zodat ze hun verhalen en boodschappen met zoveel mogelijk mensen kunnen delen.

Ook zorgen we voor steun via meldpunten en hotlines en ondersteunen we diensten die directe steun en bescherming geven aan meisjes die het risico lopen het slachtoffer te worden van kindhuwelijken of die al gehuwd zijn.

3. Toegang tot onderwijs verbeteren

Meisjes zonder opleiding lopen 3 keer zoveel kans te trouwen voor ze 18 jaar zijn dan meisjes die naar de middelbare school gingen of hogere studies deden. Het verbeteren van de toegang tot onderwijs is de sleutel om het aantal kindhuwelijken te verminderen en is een effectief wapen in de strijd tegen armoede, vroege zwangerschappen en ongelijkheid.

We richten ons op de meisjes die het meeste risico lopen, en stimuleren hen een opleiding te volgen zodat ze meer controle hebben over hun eigen leven en toekomstperspectieven. Ook pleiten we voor de noodzaak om te investeren in meisjes en in hun opleiding.

Kindhuwelijken komen nu het meest voor in subsaharisch Afrika, waar 4 op de 10 meisjes trouwen voor ze 18 jaar zijn. Ook in Latijns-Amerika en de Caraïben (25%), het Midden-Oosten en Noord-Afrika (17%) en Oost-Europa en Centraal-Azië (11%) zijn kindhuwelijken een probleem.

Wereldwijd gaat het aantal kindhuwelijken erop achteruit. De grootste vooruitgang is gemaakt in Zuid-Azië, waar het risico voor meisjes uitgehuwelijkt te worden tijdens hun kindertijd met een derde is gedaald, van 50% naar 30%.

Toch worden jaarlijks nog 12 miljoen meisjes uitgehuwelijkt en hun zorgeloze kindertijd te vroeg achter zich laten. Er is dus nog veel werk aan de winkel om de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van 2030 te halen.