Al vier jaar is Zuid-Soedan in de grip van een conflict. Bijna 4 miljoen mensen zijn op de vlucht in het jongste land ter wereld.
Meer dan de helft van de kinderen dragen hiervan de gevolgen. De welzijnsindicatoren bij moeders en kinderen behoren tot de slechtste ter wereld.
In 2016 haalde 1 kind op 17 zijn eerste verjaardag niet, vaak ten gevolge van oorzaken die kunnen vermeden worden.
Vaccins veilig bewaren
Samuel Peter klimt op het dak van een vervallen gebouw in Akobo, Zuid-Soedan en loopt voorzichtig over de roestige metalen platen. Van hieruit kan de elektrisch ingenieur van UNICEF over de Pibor rivier tot in Ethiopië kijken. Maar Samuel is er niet voor het uitzicht: hij installeert zonnepanelen die energie zullen opleveren voor twee speciale koelkasten die zullen helpen tienduizenden levens te redden.
De koelkasten die Peter installeert zullen een cruciale link zijn in de koudeketen – een toeleveringslijn waarbij de temperatuur constant wordt gehouden zodat de vaccins optimaal worden bewaard.
Vaccins moeten immers koel bewaard worden tijdens hun duizenden kilometers lange tocht van de plaats waar ze geproduceerd worden, zoals India, naar de meest afgelegen plekken ter wereld waar UNICEF in de weer is.
Gezondheidswerkers van UNICEF zullen duizenden vaccinflesjes bewaren in de nieuwe koelkasten, die ze dan gebruiken om moeders en kinderen te vaccineren tegen ziektes als mazelen, polio en tetanos.
Om de koudeketen niet te onderbreken op weg naar verafgelegen dorpen, worden de vaccins vervoerd in thermoboxen in piepschuim waarin ijszakken zijn geplaatst. Daarin kunnen de vaccins zeven dagen worden bewaard, en kunnen we mensen bereiken die ver weg wonen van een medisch centrum.
Een lange weg
De koelkasten begonnen hun reis in Duitsland, waar ze geproduceerd werden. Ze werden vervolgens op een cargoschip geplaatst en reisden door het Suezkanaal, voor ze werden uitgeladen in Mombasa, Kenia.
Van daaruit werden ze per truck naar Zuid-Soedan getransporteerd. De koelkasten in verafgelegen dorpen krijgen in Zuid-Soedan is geen eenvoudige opdracht. De rit wordt vaak bemoeilijkt door het geweld. Sinds 2013 verloren al vier chauffeurs en één co-piloot het leven terwijl ze onderweg waren met hulpgoederen voor UNICEF.
Ook door de erbarmelijke wegen – het land heeft maar 280 km geplaveide wegen – is het een hele uitdaging om er te rijden. In het droogseizoen kan het tot een week duren om de 650 km af te leggen tussen de steden Juba en Wau. In het regenseizoen wordt de onderneming nog hachelijker, en kan het meer dan twee weken duren, als de chauffeur er al in slaagt er te geraken. Dezelfde afstand in Europa, van Brussel naar Zürich, neemt zeven uur in beslag.
Voor het laatste gedeelte van de trip werden de koelkasten dan ook per vliegtuig overgebracht vanuit de hoofdstad Juba.
Deze omstandigheden maken het ook voor de ingenieurs erg moeilijk om sommige van deze plekken te bereiken. “Het kan erg moeilijk werken zijn,” geeft hij toe. “Sommige plaatsen zijn onbereikbaar via de weg in Zuid-Soedan. Om er te geraken moet ik eerst de rivier over naar Ethiopië, een hele afstand afleggen, en dan opnieuw doorsteken naar Zuid-Soedan.”
Desondanks heeft hij de voorbije tien maanden een 90-tal koelkasten geïnstalleerd in het land. Samen kunnen ze helpen miljoenen levens te redden.