Zoals ieder jaar vieren vele gezinnen In België op 6 december Sinterklaas. Voor gezinnen die in armoede leven, is dit echter vaak een moeilijke en stresserende dag. Zij hebben immers niet de middelen om hun kinderen op deze dag extra te verwennen. Zij willen niets liever dan dat hun kinderen zich op deze dag niet uitgesloten voelen en dat ze net zoals de andere kinderen niet vergeten werden door de Sint. Dit is jammer genoeg niet altijd mogelijk.
Daarom ging Koningin Mathilde vandaag, samen met UNICEF België en de regionale netwerken tegen armoede verenigd in het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN), in gesprek met families en jongeren in armoede. In navolging van dit bezoek roepen BAPN en UNICEF België beleidsmakers op om structurele oplossingen te bieden voor de hoge kinder- en gezinsarmoede in ons land.
In België leeft maar liefst één op de vijf kinderen in armoede (cijfers vóór COVID-19).[1] Voor een welvarend land als het onze is dit bijzonder hoog. Opgroeien in armoede leidt er niet enkel toe dat kinderen hun rechten niet kunnen uitoefenen. Het zorgt ervoor ook dat zij minder kansen krijgen wat hun toekomst hypothekeert.
Dit is duidelijk zichtbaar op vlak van onderwijs. De onderwijssystemen in België zijn nog steeds zeer ongelijk en voor vele gezinnen erg duur. De schoolresultaten worden sterk bepaald door de sociale afkomst. Gezinnen in armoede zijn zich nochtans zeer goed bewust van de impact van een goede opleiding op het leven van hun kinderen. Zij hopen dat via het onderwijs hun kinderen een betere toekomst zullen krijgen, maar ze worden al snel teleurgesteld. Binnen de schoolmuren worden armoede en sociale ongelijkheden helaas nog steeds vertaald in ongelijkheden op vlak van onderwijs.
Bovendien hebben de coronacrisis en de overstromingen in juli de ongelijkheden op de schoolbanken nog verder vergroot (onder meer door te krappe huisvesting waardoor het moeilijk is om te studeren, problemen met toegang tot internet, gebrek aan computermateriaal, enz.). De permanente stress die opgroeien in armoede met zich meebrengt draagt er ook toe bij dat kinderen zich minder goed op hun studies kunnen concentreren. Bovendien worden kinderen in armoede veel vaker doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs (terwijl ze daar in se niet helemaal thuishoren), hebben ze een veel grotere kans op het oplopen van een schoolachterstand of verlaten ze de schoolbanken vroegtijdig[2]. We moeten jammer genoeg vaststellen dat ze ondervertegenwoordigd zijn in het hoger en universitair onderwijs.
Er zijn echter oplossingen om de sociale ongelijkheden in het onderwijs aan te pakken. Het bezoek van Koningin Mathilde vandaag stond dan ook in het teken van een goede praktijk van de Brusselse vereniging "Vrienden van het Huizeke", namelijk "de brugfiguren". Deze brugfiguren werken in een tandem bestaande uit een ervaringsdeskundige op het gebied van armoede en een maatschappelijk werker. Zij staan aan de schoolpoort wanneer ouders hun kinderen naar school brengen of komen afhalen. Op die manier bereiken zij op een laagdrempelige manier kwetsbare gezinnen. Deze "brugfiguren" proberen van meet af aan een band te scheppen tussen de school en de ouders en ondersteunen de gezinnen zodat zij een betere toegang krijgen tot hun rechten (o.a. door begeleiding, uitleg over sociale rechten, toegang tot bepaalde diensten, enz.). Tijdens de dialoog met Koningin Mathilde vertelden twee moeders en een jongere hoe de "brugfiguren" hen hebben geholpen.
Zo getuigde één van de moeders: “Wanneer je je in een moeilijke situatie bevindt, dan heb je de indruk dat alle deuren gesloten blijven. Iemand die dan naar je glimlacht en je wilt helpen maakt een heel groot verschil. Het is een opluchting, want je kan je moeilijkheden, angsten en stress delen en je beginnen te concentreren op de ontwikkeling van je kinderen. (...) De begeleiding die de brugfiguren geven staat dichtbij ons en geeft ons een duurzaam perspectief”.
Tijdens de ontmoeting met de Koningin kwamen ook twee moeders en een 13-jarig meisje uit Wallonië en een moeder uit Vlaanderen aan het woord.
Zij spraken onder meer over het belang van een goede omkadering om het hoofd te kunnen bieden aan de moeilijkheden en de constante stress die armoede met zich meebrengt. Deze omkadering kan bestaan uit de ondersteuning door lokale verenigingen en door met elkaar in contact te staan. Zij verwezen verder naar de vooroordelen en de stigmatisering die nog altijd bestaan t.o.v. mensen in armoede. Deze weerhoudt hen vaak om hulp te zoeken. Eén van de moeders getuigde: “Het onthaal in sommige scholen en diensten kan heel bot zijn. Dan wordt het moeilijk om je hulpvraag te durven stellen.” Deze hebben ook een directe impact op de kinderen zelf. “Vooroordelen beginnen al heel vroeg en beïnvloeden het hele schooltraject van het kind.”
Aan het einde van het gesprek besloot Koningin Mathilde: "Zelfs in de meest bevoorrechte landen, zoals het onze, heeft de COVID-crisis de sociale kloof alleen maar geaccentueerd en kinderen werden niet gespaard. Het aantal kinderen en gezinnen dat in een precaire situatie leeft, is nog steeds te hoog. We hebben een nieuw elan en duurzame oplossingen nodig om kinderarmoede te bestrijden.”
UNICEF België en de regionale netwerken armoedebestrijding binnen BAPN willen hiermee nogmaals de aandacht vestigen op de noodzaak van een structureel armoedebeleid, ook met betrekking tot onderwijs. Succesvolle goede praktijken, zoals de "brugfiguren", laten ons concreet zien dat het mogelijk is om armoede en uitsluiting van jongs af aan te pakken. Vaak ontbreken echter de politieke steun en de noodzakelijke investeringen op lange termijn. Op 6 december vragen wij aan politici niet om cadeaus aan kinderen en hun gezinnen te geven. Wij roepen hen op om de politieke moed te tonen en te investeren in maatregelen waarvan we weten dat ze werken: zet in op de brugfiguren en een nauwere samenwerking tussen ouders en scholen en verminder de financiële druk op ouders!