Niet al het werk dat gedaan wordt door kinderen is kinderarbeid. Denk bijvoorbeeld aan (licht) huishoudelijk werk, af en toe helpen in een familiebedrijf of zakgeld verdienen buiten schooltijden en in vakanties. Deze vormen van arbeid vormen vaak geen gevaar voor de persoonlijke ontwikkeling en gezondheid van het kind of hebben geen invloed op school. Integendeel, ze hebben een positieve invloed op de ontwikkeling van kinderen.
Onder kinderarbeid verstaat UNICEF: het werk dat gedaan wordt door kinderen dat slecht is voor hun gezondheid of dat hun persoonlijke ontwikkeling of scholing in de weg staat. De ILO (International Labour Organisation) spreekt van kinderarbeid in volgende gevallen:
- wanneer kinderen onder de 12 jaar werken
- wanneer ze tussen de 12 en 14 jaar zwaar werk doen
- wanneer kinderen onder de 18 jaar gevaarlijk werk doen.
In België bestaat er al sinds 1889 een wet op kinderarbeid, die in de loop der jaren werd aangepast. Als basisprincipe is het in België verboden om kinderen arbeid te laten verrichten. Concreet gaat het om kinderen jonger dan 15 jaar die nog voltijds leerplichtig zijn. Er zijn wel enkele uitzonderingen voor een beperkt aantal activiteiten, denk bijvoorbeeld maar aan kinderen die figureren in een film of serie of kinderen die helpen in het huishouden of bij activiteiten van een jeugdbeweging.
Artikel 32 van het Kinderrechtenverdrag bepaalt dat kinderen beschermd moeten worden tegen werk dat niet goed is voor hun gezondheid, en dat kinderen niet mogen werken als ze daardoor niet naar school kunnen.
Alle landen die het Kinderrechtenverdrag ondertekenden, moeten hierover duidelijke afspraken maken, zoals hoe oud een kind moet zijn om betaald werk uit te voeren of hoeveel uur per dag een kind mag werken.
Kinderen die aan het werk zijn, werken vaak te lang, krijgen te weinig loon of doen werk dat gevaarlijk voor ze is. Ze hebben het zo druk met werken dat er weinig of geen tijd overblijft om naar school te gaan of met vrienden te spelen.
Vaak zijn ze ook onzichtbaar. Ze werken als bedienden binnenshuis, achter de muren van ateliers, verborgen op de velden.
De ergste vormen van kinderarbeid situeren zich in slavenarbeid, prostitutie, drugsverkoop, criminaliteit of de rekrutering van kindsoldaten in conflictsituaties of voor andere gevaarlijke activiteiten.
12 juni, de internationale dag tegen kinderarbeid, is er voor alle kinderen die gedwongen worden te werken, terwijl ze naar school zouden moeten gaan.
Armoede in gezinnen ligt vaak aan de basis van kinderarbeid. Meestal werken kinderen omdat hun ouders niet genoeg verdienen. Zonder hun loon is er onvoldoende geld voor eten. Kinderarbeid is niet alleen een gevolg van armoede, het is ook een oorzaak. Het houdt armoede in stand omdat kinderen die werken vaak niet naar school gaan.
Er zijn ook andere factoren:
- Sociale normen die kinderarbeid toelaten
- Gebrek aan kwaliteitsvol onderwijs
- Het gebrek aan fatsoenlijk werk voor volwassenen en adolescenten
- Migratie
- Noodsituaties
Het is een gevolg van sociale ongelijkheid, die wordt versterkt door discriminatie. Zo lopen kinderen van inheemse volken of uit de lage kasten meer risico de school te moeten verlaten en aan het werk te moeten. Ook migrantenkinderen lopen een groter gevaar clandestien en illegaal werk te moeten verrichten.
De vooruitgang die nodig is om kinderarbeid uit te roeien is dan ook nauw verbonden aan het terugdringen van deze kwetsbare situaties.
Kinderarbeid is een complex probleem. Er is niet één oplossing die zorgt dat kinderen niet meer hoeven te werken. UNICEF werkt samen met partners wereldwijd om kinderarbeid terug te dringen. We sporen kinderarbeid op, zorgen ervoor dat kinderen weer naar school kunnen en maken afspraken met overheden en bedrijven om kinderarbeid terug te dringen.
Wetten en regelgevingen verbeteren
UNICEF werkt samen met regeringen om kinderarbeid te stoppen. We vragen overheden om wetten uit te vaardigen om een einde te stellen aan kinderarbeid. Vele bedrijven in de geïndustrialiseerde landen volgen al regels om te voorkomen dat kinderen betrokken zijn bij de productie van de goederen die ze invoeren uit lageinkomenslanden.
Identificeren van kwetsbare kinderen
Om kinderarbeid te voorkomen ondersteunen sociale beschermingsdiensten. Maatschappelijk werkers op spelen een sleutelrol in het herkennen en voorkomen van risicovolle situaties die kunnen leiden tot kinderarbeid. Ze begeleiden deze kinderen vervolgens om zich in te schrijven voor formeel en niet-formeel onderwijs.
Armoede verminderen
Het terugdringen van armoede zorgt ervoor dat ouders niet gedwongen worden hun kinderen te laten werken of ze te verkopen aan werkgevers om te overleven. Ook inzetten op de verbetering van de competenties van de volwassenen kan voor een verhoging van hun inkomsten zorgen.
Kwaliteitsvol onderwijs garanderen
Een van de belangrijke initiatieven waar UNICEF bij regeringen steeds op hamert, is om onderwijs voor alle kinderen gratis te maken. Zo kunnen zelfs de armste kinderen naar school gaan en uit de spiraal van armoede breken die velen van hen dwingt tot kinderarbeid.
Gemeenschappen, families en kinderen sensibiliseren
Families en gemeenschappen verzetten zich vaak niet genoeg tegen kinderarbeid of zijn zich onvoldoende bewust van de onrechtvaardigheden die kinderarbeid veroorzaakt. Al te vaak wordt nog gedacht dat werken een meer gepaste activiteit is voor meisjes, dan naar school te gaan.
Zowel kinderen als hun ouders moeten overtuigd zijn dat naar school gaan beter is dan te gaan werken. Kinderen moeten ook bewust gemaakt worden van hun rechten en weten dat ze meer kans hebben een fatsoenlijke, goedbetaalde job te vinden op volwassen leeftijd als ze naar school blijven gaan.
Kinderen registreren bij de geboorte
UNICEF ijvert voor de gebooretregistratie van ieder kind om hun rechten te garanderen. Zo hebben ze een geboortecertificaat dat aantoont dat ze nog niet de wettelijke leeftijd hebben bereikt waarop ze mogen werken.